I’m back, bitches! 😎
Dit is de zeventiende aflevering van mijn nieuwsbrief ‘Mijn Week in Woorden’. Elke zondagmorgen vertel ik welke woorden me de voorbije week hebben geraakt of kwaad gekregen; mij hebben doen lachen of gelukkig gemaakt. Alsook: wekelijks een boekentip, plus het gedicht, het (vergeet)woord en het beeld van de week.
‘To fether their own nests’
Franklin Delano Roosevelt, een van de beste presidenten uit de Amerikaanse geschiedenis, zei dit in zijn State of the Union in 1941: ‘We must especially beware of that small group of selfish men who would clip the wings of the American eagle in order to feather their own nests.’ (We moeten vooral op onze hoede zijn voor die kleine groep egoïstische mannen die de vleugels van de Amerikaanse adelaar zouden kortwieken om hun eigen nesten te stofferen.) Ik dacht aan Roosevelts woorden toen ik dit filmpje zag, waarin de Amerikaanse minister van Volksgezondheid Robert F. Kennedy Jr. op de rooster wordt gelegd door de Democratische senator Maggie Hassan:
Het is zo’n zielige vertoning. Zie Kennedy zich zitten schamen - maar hé, Trump gaf hem macht en geld, dus alles kan en mag. Zowel Roosevelt als president John F. Kennedy (de oom van RFK Jr.) draaien zich om in hun graf.
‘Het begint natuurlijk met één iemand’
Ik was erg aangedaan door dit interview van de Nederlandse zender RTV Noord met een vrouw die borstkanker overleefde. Kijk zelf:
Het begint inderdaad altijd met één iemand die hier aanstoot aan neemt, en daarna zijn er anderen die op de kar van de negativiteit springen, omdat er altijd mensen zijn die aan iets aanstoot moeten kunnen nemen. Wat voor een mottig karakter moet je hebben om hierover te gaan klagen? Hoe, sorry, gatachterlijk moet je zijn om een vrouw die zoveel heeft doorstaan haar vrijheid om gewoon te zwemmen te ontnemen?
‘Er zijn dingen in het leven waarvan je altijd een ruime voorraad moet hebben’
Ik ben dus verhuisd en het was haast een shock om vast te stellen dat, omdat ik toch wel wat boeken naar de Kringwinkel bracht, ik PLAATS OVER heb in mijn boekenkast. Een boekenkast, die moet gevuld zijn; uitpuilen zelfs, en nu heb ik plots RUIMTE, en dus een soort boekgerelateerde horror vacui. Maar: de leegte betekent ook dat ik weer nieuwe boeken kan kopen - al hield dat me ook niet echt tegen toen mijn boekenkast uitpuilde. Aan alle boekenliefhebbers die weleens de kritiek krijgen dat je al die boeken uit je bibliotheek nooit gelezen zult krijgen, geef ik deze wijze woorden van de Italiaanse schrijver Umberto Eco mee:
Het is dwaas te denken dat je alle boeken die je koopt ook moet lezen, net zoals het dwaas is om mensen te bekritiseren die meer boeken kopen dan ze ooit zullen kunnen lezen. Dat zou hetzelfde zijn als zeggen dat je al je bestek, glazen, schroevendraaiers of boorbits moet gebruiken voor je nieuwe mag kopen.
Er zijn dingen in het leven waarvan je altijd een ruime voorraad moet hebben, ook al gebruik je er maar een klein deel van.
Als we boeken bijvoorbeeld beschouwen als medicijnen, begrijpen we dat het beter is om er veel in huis te hebben dan slechts een paar: wanneer je je beter wil voelen, ga je naar je 'medicijnkast' en kies je een boek. Niet zomaar een willekeurig boek, maar het juiste boek voor dat moment. Daarom moet je altijd keuzemogelijkheid hebben!
Wie slechts één boek koopt, leest het en doet het daarna weg. Die past simpelweg de consumptielogica toe op boeken: hij ziet ze als verbruiksgoederen. Maar wie van boeken houdt, weet dat een boek allesbehalve een gebruiksartikel is.
Die gedachte werd later door Nassim Nicholas Taleb de antilibrary genoemd: een bibliotheek die evenveel zegt over wat je nog níét weet als over wat je al gelezen hebt. Geen teken van ijdelheid, maar van nieuwsgierigheid. Je koopt boeken niet alleen voor nu, maar ook voor wie je later wordt.
Dus voel je niet schuldig over die groeiende stapel. Je weet nooit wanneer het juiste boek je leven verandert.
#Mijndingenvandeweek
#boekvandeweek
Er zijn van die boeken die je even stil doen staan. En dan boos maken. Ik werd kamer 235 is er zo een. Lieve Flour (81) schreef het na haar verhuis naar woonzorgcentrum De Wending in Turnhout. Daar ontdekte ze hoe weinig zeggenschap je als oudere vaak nog hebt: wanneer je opstaat; wat je eet; of je al dan niet verplicht bingo moet spelen – het wordt vaak allemaal voor je beslist.
Flour is geen klager. Ze is een rebel. Sinds haar intrek in kamer 235 wist ze – samen met open personeel en medebewoners – voor kleine revoluties te zorgen: bewoners mogen weer zelf kiezen wanneer ze gewassen worden, hoeven niet verplicht mee te doen aan activiteiten en kunnen bijvoorbeeld weer gewoon bruine suiker op hun rijstpap vragen. Klinkt banaal, maar het raakt de kern: autonomie, ook op je oude dag.
Haar boek leest als een krachtig pleidooi voor menselijkheid in woonzorgcentra. Niet in abstracte termen, maar met rake observaties, humor en diepgang. Het is schrijnend hoe vaak ouderen worden herleid tot ‘zorgobjecten’ in plaats van mensen met een eigen wil, gewoontes en waardigheid.
Ik hoop van harte dat er meer Lieves opstaan. En meer zorginstellingen die durven te luisteren. Want een woonzorgcentrum is geen ziekenhuis. Het is een thuis.
#woordvandeweek
Een vriend van mij zag iemand bellen met zijn hand vlak uitgestrekt ter hoogte van zijn mond, met daarop zijn telefoon rustend, en zei: ‘Kijk daar, een brusselsewafelbeller!’ Ik moest erg hard lachen omdat het zo treffend beschrijft hoe het eruitziet als je zo aan het bellen bent: alsof je op het punt staat een Brusselse wafel te verorberen.
(afbeelding: ChatGPT)
#beeldvandeweek
Ik woon twee weken in mijn nieuwe appartement en ik ben nog niet helemaal ‘geland’, maar ik ben toch al ontzettend blij dat ik, in plaats van de daken vroeger, elke avond dit mag aanschouwen als ik naar buiten kijk.
Geniet van jullie zondag en tot volgende week!
Ann
Weer heerlijk leesvoer, Ann! Maarrr...geen gedicht meer?
👍🥰